Toen ik 20 jaar geleden mijn carrière als radiojournalist bij BNN wilde stoppen, volgde ik een traject bij Van Ede en Partners. Het idee was dat ik via dit bureau zou ontdekken wat ik, als 40-jarige “is dit alles man” dan wél wilde met mijn leven. Uiteindelijk zou het eindigen in een bestaan als ZZP-er met theaterimprovisatie als basis en van die stap heb ik nooit ook maar een snippertje spijt gehad.
Metier
In de trajecten bij Van Ede en Partners was in die tijd het franstalige begrip ‘metier’ in zwang. Je metier is meer dan je vak of je beroep, het is wat daar onder ligt als belangrijkste drijfveer voor alles wat je doet. Als je een goed metier voor jezelf hebt gevonden gaat dat zelfs terug naar je kindertijd; Hoe gedroeg je je als kind? Wat speelde je? Welke rol had je in vriendengroepen en wat heb je tot nu toe in je werk gedaan?
Na wat zelfonderzoek en werkvormen met anderen kwam ik op mijn metier. Ik kan goed onrust stoken, ontregelen, de boel op zijn kop zetten. Ik kan goed ‘keten’.
Dat woord heeft me de afgelopen twintig jaar heel erg geholpen. Als ik op sommige momenten niet meer wist hoe ik een opdracht moest aanvliegen, als ik een groep had die ik lastig in beweging kon krijgen, als ik met een klant sprak die maar door bleef vragen over wat ik dan precies kwam doen… zodra ik in mijn achterhoofd nam dat ik goed kan keten, kwam ik vaak tot een antwoord, een oplossing of een aanpak.
Meer inhoud
Natuurlijk heeft het in de loop van de jaren meer inhoud gekregen en is het geladen met belangrijke waarden op het gebied van communicatie en samenwerking. Ik heb honderden teams wakker geschud, heb in organisaties rondgekeken, heb een opleiding teamcoaching afgerond en ik heb levenswijsheid verkregen. Keten is niet zomaar keten meer. Het begrip heeft inhoud gekregen.
Maar de aanpak is in de afgelopen jaren ook heel vertrouwd geworden. Zo vertrouwd dat ik me niet eens realiseerde dat de Wakkerschudworkshop gewoon een heel logische naam is voor de workshop die ik sinds een jaar of acht geef. Ik heb mezelf wakkerschudder genoemd en gebruik het begrip wakkerschudden in veel uitingen. Het klinkt lekker, is marketingtechnisch goed en omschrijft goed wat ik kom doen. Maar de link met dat metier van twintig jaar geleden was in mijn hoofd naar de achtergrond geraakt.
Evaluaties
Tot ik deze week de evaluaties ontving van een dag wakkerschudden op een gerenommeerd instituut. In een inspiratieweek van dat instituut verzorgde ik op één dag vier Wakkerschudworkshops van ruim een uur. De reacties waren lovend over de workshop, alleen kwam een aantal keer terug dat de term Wakkerschudworkshop niet zo heel passend werd gevonden.
Die opmerkingen sudderden bij mij het afgelopen weekend. Wat was daar gebeurd? Waarom was de link die ik zo logisch vind, niet aangekomen? Ik kwam tot een paar verklaringen:
Vier Wakkerschudworkshops op één dag is veel. De workshop vraagt veel energie en als je dat door de dag heen te verspreidt, verdunt dat. Toen ik ’s ochtends de eerste workshop gaf, wist ik dat er nog drie volgden en toen ik de laatste gaf, had ik er al drie achter de rug.
Wellicht was ik ook wat onder de indruk van de plek waar ik was. Het instituut is landelijk bekend en ik was er trots op dat ze mij hadden uitgenodigd. MIsschien iets teveel in de cognitieve stand, teveel uitleggen en te weinig in actie.
De vier groepen waren bovendien ook heel verschillend. Het kan goed zijn dat de opmerkingen uit één van de vier workshops afkomstig zijn en dat die ene workshop net even een andere toon had dan de andere.
Mijn missie
Maar voorop staat voor mij dat ik niet moet vergeten wat mijn missie is en waar mijn kracht ligt. Ik beschouw de opmerkingen dan ook als een Wakkerschudworkshop voor mezelf. Ik wil trouw te blijven aan wie ik ben en wat ik het beste kan: Keten. Ik noem het nu wakkerschudden en het heeft inhoudelijk meer betekenis en meer kracht gekregen, maar het dat metier dat ik twintig jaar geleden ontdekte, is niet weg. Dat kan niet weg.
Want dat bén ik.