Vijf manieren om je presentatie te beginnen

Voor veel sprekers is een presentatie beginnen een hoofdbreker. Hoe pak je een zaal vanaf de eerste zin mee?

De aandacht die je geeft aan de opening van je presentatie is nauwelijks te onderschatten. Zomaar openen met je naam kan natuurlijk, maar er zijn echt veel meer voorbeelden.

Hierbij vijf voorbeelden om een presentatie te beginnen ter inspiratie;

Je presentatie beginnen met een keihard feit

Wereldwijd zijn 1,18 miljard mensen dagelijks actief op Facebook. Dat is bijna 70 keer de bevolking van Nederland, 23 duizend keer een uitverkochte Kuip.

Zo die staat. Je presentatie beginnen met een enorm getal en dat nog een keer helder te maken in begrijpelijke aantallen, zorgt ervoor dat je de bewering dichter bij de luisteraars brengt.

Vereist: Natuurlijk moet het feit kloppen en relevant zijn. Die relevantie hoeft niet rechtstreeks te zijn, maar er moet wel een logische link zijn van het feit naar je verhaal.
Tip: Denk goed na over de voorkennis van de zaal. Als  je een feit gebruikt dat bij de zaal waarvoor je spreekt allang bekend is, loop je het risico dat mensen al snel afhaken. Mensen willen van een spreker iets nieuws horen en al is je verhaal voor de rest briljant, als je begint met een feit dat in de wereld van je luisteraars altijd gebruikt wordt, schiet je je doel voorbij.

Je presentatie beginnen met een droom of bijzonder verhaal

Een spreker over innovatie begint zijn verhaal vaak met een merkwaardige droom over een groot veld met allemaal groepjes mensen rond kampvuurtjes. Hij zat bij zijn eigen kampvuurtje en besloot op enig moment om bij een ander vuurtje te gaan kijken. De mensen daar bleken andere ideeën te hebben, andere visies en ook andere spullen. Dat verraste hem zo dat hij besloot om nooit meer alleen bij zijn eigen kampvuurtje te blijven, maar voortaan altijd rond te kijken.

Het mooie aan deze vorm is dat je meteen een aanspraak doet op de verbeelding van mensen. De boodschap die je verzendt is dat dit verhaal op dat gebied iets van de mensen gaat vragen.
Vereist: Een goede verbinding van je droom met het verhaal dat je gaat vertellen. Soms is een link voor jezelf zo duidelijk dat je vergeet de link ook voor anderen begrijpelijk te maken.
Tip: Soms kan het goed zijn om vooraf duidelijk te maken dat je je verhaal met een droom begint om iets duidelijk te maken. Bij heel ‘blauwe’ zalen kunnen mensen bij het begin afhaken omdat ze niet zitten te wachten op een droom, maar gewoon willen weten hoe het zit.

Je presentatie beginnen met een anekdote

We zaten laatst aan tafel en het ging over ruzie op het schoolplein. Mijn dochter van acht vertelde over een nare actie waar een van haar vriendinnen slachtoffer van was geworden toen mijn zoon zei: “Waarom doen meisjes altijd zo moeilijk. Jongens schelden elkaar een keer uit en geven een klap en dan is het over.”

Met zo’n anekdote heb je een groot verhaal klein gemaakt. Gaat je verhaal bijvoorbeeld over de opvoeding van jongens en meisjes (de Sire campagne) dan kan je vervallen in grote verhalen met anonieme getallen. Door met zo’n verhaal te beginnen, geef je meteen aan waar het om gaat: kinderen die met elkaar omgaan.
Vereist: De anekdote moet gevolgd worden door een verbindende stap naar het verhaal. De luisteraars willen meteen weten waarom je dit vertelt en hoe het zich verhoudt tot de rest van je verhaal. Ook de opmerking: Ik kom straks nog terug op dit voorbeeld kan, maar vergeet dat dan ook niet te doen. Helemaal mooi is het als je de anekdote in twee delen hakt waarbij je bij het begin iets vertelt dat je aan het eind van je verhaal afmaakt.
Tip: Verbouw de anekdote zo nodig tot een echt relevant verhaal. Als je persé de waarheid wil vertellen, kunnen mensen de verbinding misschien niet leggen. Een verhaal hoeft niet altijd waar te zijn, niet onwaar is vaak voldoende.

Je presentatie beginnen met een kleine oefening

Bij een congres over mediation opende de spreker met het volgende: Ga allemaal staan en kijk je buurman of buurvrouw aan. Ga met elkaar in gesprek en probeer zoveel mogelijk over de ander te weten te komen. Op het moment dat iemand het woordje ‘ik’ gebruikt, ga je als duo zitten.

Deze oefening is snel klaar want het is razend moeilijk. De spreker vervolgde zijn verhaal met precies dat: in een gesprek is het lastig om niet jezelf als uitgangspunt te nemen en dat maakt mediation zo’n spannend vak.
Er zijn duizenden oefeningen en icebreakers en er zijn boeken over vol geschreven.
Vereist: Uiteraard relevantie. Mensen willen meteen weten waarom je deze oefening doet. Soms is het zelfs goed om vooraf te zeggen waarom je ze vraagt uit hun comfortzone te gaan. Want ga er maar vanuit dat alles dat anders is dan luisteren voor de mensen in de zaal uit hun comfortzone is.
Tip: In sommige zalen is het goed om te zeggen dat je een korte opener hebt en daarna je verhaal gaat houden. Er zitten altijd mensen in de zaal die bang zijn dat ze voor gek gezet gaan worden of iets ‘raars’ moeten doen. Misschien doen die niet mee en dat is ook prima. Laat je daardoor in ieder geval niet uit het veld slaan.

Je presentatie beginnen met een rondvraag

Wie van u is vanochtend met de trein gekomen? En? Heeft u in de trein nog een goed gesprek gevoerd met andere passagiers?

Het is een voorbeeld van jaren geleden toen ik als journalist op een conferentie was over openbaar vervoer. Eerder op de dag had een spreker een warm pleidooi gehouden voor reizen met het openbaar vervoer omdat je dan zo makkelijk met anderen in gesprek kan raken. Daar ging deze spreker, een minder grote OV-fan, op in door de zaal deze vraag te stellen.
Een rondvraag kan mooi zijn om mensen meteen te betrekken. Je dwingt mensen om meteen na te denken over je onderwerp en het onderwerp ook bij zichzelf te zoeken.
Vereist: Een goede en persoonlijke vraag die met Ja of Nee beantwoord kan worden. Niet te ingewikkeld en niet te moeilijk. Als het antwoord relevant is voor de rest van je verhaal, is het goed om na te denken over de formulering van de vraag. Een vraag als: Wie vindt het belangrijk dat kinderen goed opgevoed worden? kan je alleen maar positief beantwoorden. Maar vraag je: Wie vindt dat kinderen opvoeden alleen de taak is van ouders? kan weleens voor verrassingen komen te staan.
Tip: Ga echt in op de reacties. Als weinig mensen hun hand opsteken terwijl je dat wel verwacht, zeg dan niet dat je blij bent met zo’n grote respons (echt hoor, het gebeurt!), maar wees dan openlijk verbaasd. Stel je meer vragen en de respons valt tegen, vraag dan bijvoorbeeld ook nog: En wie van u steekt zijn hand sowieso niet op, wat ik ook vraag?
En nog een praktische tip: Steek ook zelf je hand op als je een vraag stelt. De spiegelreflex van de mensen zal tot een grotere respons leiden.

Een verhaal openen is lastig, maar tegelijkertijd heel erg leuk. Om er zelf lekker in te komen kan een goede opener je echt vleugels geven en geeft je meteen de sympathie van de zaal. Een extra uurtje research of denkwerk, levert je bij het houden van een verhaal echt meerwaarde op.

In de training Beter Presenteren voor Professionals besteden we uitgebreid aandacht aan een relevante opening. Kijk hier voor inschrijving of meer informatie.