Toen ik net werkte als radioverslaggever, werd ik op een gegeven moment apart genomen door een eindredacteur. Ik zat te monteren en hij schoof aan.
Ik heb eens wat van jouw items geluisterd en je moet echt ophouden met die verkleinwoorden. De eindredacteur was niet van de subtiele feedback.
Euh, hoe bedoel je?
Nou, woorden als ‘een beetje’, ‘eigenlijk’, ‘best wel’, ‘eventjes’. Het enige dat je doet is je verhaal verzwakken. Durf gewoon te zeggen waar het op staat! Succes met je montage. Waarna hij opstond en de montageruimte verliet.
Het is inmiddels meer dan 25 jaar geleden en ik herinner me het moment nog heel goed. Niet in de laatste plaats omdat ik als beginnend verslaggever nogal onder de indruk was van de wereld waarin ik net was beland. Maar ook inhoudelijk had deze eindredacteur natuurlijk wel een punt.
We zijn in Nederland nog altijd bescheiden in ons woordgebruik. Maak jezelf niet groter dan je bent, beweer niet al te stellig wat je vindt en wees vooral niet te overdadig. En vooral als je als spreker onzeker bent over je presentatie, sluipen de afzwakkende formuleringen er ongemerkt in.
In mijn trainingen kom ik het vaak tegen. Mensen die hun boodschap afzwakken door woorden te gebruiken die hun inhoud tekort doen. En ongemerkt gaat dat bij het publiek een rol spelen. Als deze spreker zichzelf al niet zo serieus neemt, waarom zouden wij het dan doen.
Verkleinwoorden zijn vrijwel altijd te voorkomen omdat ze feitelijk niks toevoegen aan je verhaal. En natuurlijk kan het geen kwaad om af en toe de stelligheid wat te verzwakken. Maar in het algemeen dragen verkleinwoorden niet veel bij aan de kracht van je verhaal.