Olympische sporters improviseren

De Olympische spelen zijn in volle gang en sport staat weer even hoog op de agenda. De succesvolle schaatsploeg zet Nederland op de kaart en als sportkijkers genieten we van voor ons exotische sporten als curling, skeleton en biathlon. En in de commentaren van de verslaggevers duikt het soms weer op; het woord Improviseren.

Misverstand over improviseren

De afgelopen dagen kwam bij een ijshockeywedstrijd een team in ondertal te staan en had dus een speler minder op het ijs. Volgens de verslaggever moest er nu geïmproviseerd worden tot beide teams weer compleet waren.
Het verbaast me altijd weer. Want improviseren sporters niet tijdens de hele wedstrijd?
Een misverstand over improviseren is dat het altijd bedoeld is om een onverwachte situatie op te lossen met als doel zo snel mogelijk weer volgens de afspraken te kunnen werken. Vergelijk de situatie in het theater: een acteur raakt zijn tekst kwijt en het is even alle hens aan dek voor de hele groep. Zodra de acteurs ‘er weer zijn’ kan het stuk verder gaan volgens de gemaakte afspraken. Deze vorm van improviseren is niet leuk, paniekerig en leidt al snel tot stress.

Onvoorspelbaar

Maar dat is niet wat sporters doen als er een onverwachte verandering in de situatie is. Sporters hebben namelijk geen script of plan over het verloop van een wedstrijd. Het mooie aan sport is nou juist het onvoorspelbaar verloop van een wedstrijd. Dat maakt sport spannend en leuk om naar te kijken.
Sporters improviseren tijdens de hele wedstrijd en tijdens iedere wedstrijd. Ze starten de wedstrijd met een plan en een doel, maar de omstandigheden veranderen tijdens de wedstrijd continu. Dat vraagt dus voortdurende acties, evaluaties en aangepaste acties van de sporters.

“We moeten de hele dag improviseren”

Bij veel van mijn klanten bestaat het misverstand over improviseren ook. Niet zelden reageert iemand op mijn verhaal over de trainingen met de zin: “Wij moeten hier al de hele dag improviseren!” en daarmee bedoelt de persoon dan vaak dat ze de hele dag achter de feiten aanlopen en hun planning zelden halen. Meestal reageer ik door te zeggen: “Moet je dan niet anders gaan plannen? Als je je planning toch nooit haalt en als dat je frustreert, zou je kunnen nadenken of de manier waarop je plannen maakt wel goed is.”

Improviseren is geen paniekactie

Improviseren is niet redderen, niet een noodplan uit de kast trekken en evenmin maar wat aanrommelen. Effectief improviseren is werken volgens een systeem van handelen, razendsnel evalueren en weer handelen. En dat werkt alleen maar echt goed als je niet start met een vastomlijnd plan waarvan je vooraf weet dat je het toch niet gaat halen.

OODA-loop

De Amerikaanse kolonel Boyd dacht in de jaren 50 tijdens de Korea-oorlog na over het succes van straaljagerpiloten. Waarom is de ene piloot succesvoller dan de andere? Hij kwam met het idee van de OODA-loop. Een piloot start met een Observatie, dan volgt een Oriëntatie, daarna een besluit (Decision) en dan een Actie. Die actie heeft weer een observatie tot gevolg en dan begint het cirkeltje weer van voor af aan. En de beste piloot is niet degene met de beste observatie of de beste besluiten. De meest succesvolle piloot is degene die dat het snelst en het vaakst achter elkaar kan.Het lijkt allemaal heel simpel, maar de OODA loop is een belangrijk model met een groot aantal toepassingen. En niet verrassend: Het is de basis voor iedere sporter in iedere wedstrijd.

En de basis voor effectieve improvisatie.

In de workshop Meer improvisatie in je organisatie leer je hoe je effectief kunt leren improviseren in een zakelijke context.