Aan het eind van de eerste dag van een tweedaagse presentatietraining geef ik altijd de opdracht om de volgende ochtend met een goede presentatie van drie minuten te komen. De beperking is daarbij dat wel hulpmiddelen mogen worden gebruikt, maar dat Powerpoint en geschreven tekst op een flipchart verboden zijn. Het gevolg is dat de deelnemers creatief gaan nadenken over het vertalen van hun verhaal in voorwerpen, metaforen en andere beeldende hulpmiddelen.
Verwarring
Het wekt bij de deelnemers altijd wel wat verwarring, zo’n opdracht. Meestal weten ze wel waar ze aan toe zijn als ze mijn training volgen, maar om nou meteen over andere hulpmiddelen te gaan nadenken, is wel weer een stap verder. En toch slagen ze er altijd in om met iets te komen. Toneelstukjes, Matruschka-poppetjes, tekeningen, alledaagse voorwerpen, er gebeurt altijd veel in de 3 minuten. En aan het eind van de training komt altijd wel een deelnemer met de opmerking dat het fijn is eindelijk een keer van die (vaak zelfgekozen) gevangenis die Powerpoint heet af te zijn.
Anti-slides?
Ben ik tegen het gebruik van slides bij je presentatie? Zeker niet. Ik denk dat visuele hulpmiddelen erg kunnen helpen. Waar ik wel tegen strijd is tegen het idee dat het maken van een goede presentatie begint met het maken van je Powerpointslides. Want wat is daarvan het gevolg? Een brij van tekst, bulletpoints en ‘voorleesmateriaal’ die gepresenteerd worden achter of naast de presentator en die keurig door de presentator wordt voorgelezen. En dat is zinloos!
Het begint met een goede presentatie
Het voorbereiden van een goede presentatie begint met het ontwerpen van het verhaal. Wat ga je vertellen, in welke volgorde en met welke voorbeelden. Pas daarna ga je nadenken over de illustratie van dat verhaal. Heb ik beelden die het verhaal ondersteunen? Kan ik cartoons vinden (of beter nog: laten maken) die een ander licht op de zaak werpen? Heb ik tabellen en grafieken nodig om mijn verhaal te illustreren? En hoe maak ik het materiaal zo dat mensen in één blik kunnen zien wat ik ermee wil aantonen? Op die manier is de aandacht gericht op de presentator en niet naar de slides op de achtergrond.
Een goede presentatie heeft een goede presentator nodig
Maar dan kom je wel aan een belangrijk punt; als de presentator alle aandacht op zich vestigt, moet dat ook de moeite waard zijn. Dan komt de kwetsbaarheid van voor de groep staan nog eens extra hard bij je binnen. Dan kan je je niet meer verschuilen achter de slides waar de inhoud opstaat en kan je niet volstaan met het voorlezen van de tekst van het scherm. En dat is maar goed ook. Want de mensen in de zaal investeren tijd om naar je te komen kijken en luisteren en hebben recht op iemand die zich voorbereid heeft op een presentatie, niet op een voorlees-sessie.
Na een goede presentatie geef je een handout
Maar wacht eens even. Hoe moet dat dan met de informatie die ik wil verspreiden? Als ik nou echt wil dat mensen iets van mijn verhaal onthouden? Dan moeten ze het toch ergens terug kunnen lezen?
Klopt allemaal. Natuurlijk is het handig als mensen na een goede presentatie nog even dingen terug kunnen kijken. En daar is een heel goede (zelfs veel betere) oplossing voor: de handout. Digitaal verspreid is natuurlijk het beste (geef mensen een downloadlink), maar ook op papier is het prima te doen. Dat geeft je de kans om de informatie vorm te geven op een manier die past bij de inhoud van wat je wil vertellen.
Interesse in het in-company aanbod of inschrijven voor de open training, klik hier.